31 mei 2007

Processierups ook in de Kempen nog niet dood

Ook in de Kempen is de processierups nog lang niet uitgeroeid. Toch ziet de gouverneur van onze provincie voorlopig geen reden om het leger in te zetten, zoals in Limburg.

Het noordoosten van Limburg kampt met miljoenen processierupsen. De plaag is intussen zelfs uitgedeind tot in Midden- en West-Limburg. Om de oprukkende rupsenpopulaties te bestrijden roept gouverneur Steve Stevaert vandaag de hulp in van het leger. Twintig soldaten zullen de komende dagen en weken de Limburgse brandweerlui bijstaan in hun oorlog tegen de eikenprocessierups. 'Bij ons is de staat van beleg nog niet afgekondigd', reageert provinciaal gedeputeerde voor Leefmilieu Jos Geuens (SP.A) met een boutade. 'Omdat wij al tien jaar een intensieve preventiecampagne voeren, is het probleem van de processierupsen in onze provincie vandaag niet dramatisch. Helemaal dood is de rups nog niet, maar we hebben de toestand toch redelijk onder controle.' Geuens ziet wel een verschuiving. 'Tien jaar geleden waren vooral Arendonk en de overige gemeenten in de Noorderkempen getroffen. Vandaag stellen we vast dat de rupsenpopulaties langzaam opschuiven naar het zuiden, richting Mol, Balen en Meerhout.' Eikenprocessierupsen vreten niet alleen onze eikenbossen kaal. Ze zijn ook lastig voor de mens. De brandhaartjes van de piepkleine diertjes veroorzaken jeukhinder en ademhalingsstoornissen.

Geen opmerkingen: